MetX is een productiehuis van en voor muziekmakers. Samen met artiesten van diverse horizonten, creëren we originele repertoires en ensembles. Enerzijds via het producen en promoten van groepen als Sheikhs Shikhats & B’net Chaabi, BRUiTAL, Remork & Karkaba of Fanfakids. Anderzijds door de repertoires en opgedane kennis van onze muziekmakers zoveel mogelijk open te stellen en door te geven.
Onze muziek integreert elementen uit zowel de Westerse improvisatiecultuur als uit Urban Ethno, traditionele muziek die leeft bij de verschillende culturen in een grootstad zoals Brussel. Eens met wederzijds respect vermengd door onze muziekmakers, evolueert dit artistiek materiaal tot een volledig nieuwe muziekcultuur. Soms luid, soms zacht, soms mooi, soms lelijk. Nooit gelikt. Altijd opwindend.
Adres
MetX vzw, De Lenglentierstraat 20 – 1000 Brussel
TEL +32 (0)2 218 70 52
Facturatiegegevens
BTW-nummer BE0422-914-852
Rekeningnummer BE60 6352 3577 0170
Verhuur repetitieruimte
Ben je op zoek naar repetitieruimte voor jouw groep, fanfare of ensemble? MetX stelt zijn eigen repetitieruimte ter beschikking aan (Brusselse) muzikale projecten die aansluiting vinden bij onze missie en werking. Lees meer
Gedragscode
In het kader van ons integriteitsbeleid hebben we samen met onze medewerkers een gedragscode ontwikkeld. Iedereen die met ons werkt – van vaste medewerkers, freelancers, vrijwilligers, amateur en professionele muzikanten tot sympathisanten – onderschrijft deze code en helpt zo mee een aangename en respectvolle werkomgeving voor iedereen te creëren. Lees de gedragscode
MetX (voorheen de Krijtkring) werd opgericht in 1982. Met subsidies van het toenmalige ABOS worden de fundamenten gelegd van een theaterschool in Nicaragua. Daarnaast staat van in het begin de artistieke communicatie tussen Vlaamse artiesten en hun evenknieën uit etnisch-culturele minderheden centraal. Vanaf 1984 al staan enkele muziekensembles met Luc Mishalle internationaal op het voorplan. Belçikal toert zowel op jazz- als op folkfestivals, vnl. in Groot- Brittannië, Ierland en Nederland. Enkele jaren later surft Rai Express mee op de raï golf (Cheb Khaled e.a.). De groep toert uitgebreid in Duitsland en Oostenrijk, en occasioneel in Frankrijk en Nederland.
Vanaf 1990 ligt de klemtoon ook op een onorthodoxe vorm van pop-gerichte muziekeducatie: De Krijtkring coördineert binnen de structuur van Antwerpen ‘93 het veelbesproken project ‘Reisduiven en Kleurpotloden’. Uit een groot aanbod workshops Marokkaanse muziek ontstaat het 18-koppige jongerenorkest Marakbar. Dit ensemble bestaat uit een lichting jonge musici van Marokkaanse origine, aangevuld met enkele professionele blazers en een drummer. In haar rangen vinden we ook de piepjonge dj Grazhoppa en rapper TLP. In een mum van tijd groeit Marakbar uit tot een ware festivalsensatie. Vanaf 1995 worden met projectsubsidies (voornamelijk SIF – Antwerpen) o.m. de Marockinettes opgericht: een heuse Marokkaanse meisjesgroep.
Met Al-Harmoniah (een groot saxofoonorkest met Marokkaanse percussionisten, in coproductie met de Beursschouwburg en Blindman!) wordt het actieterrein uitgebreid naar Brussel. Al-Harmoniah wordt cultureel ambassadeur van Vlaanderen in 1998 en toert uitgebreid in Marokko. Datzelfde jaar speelt diezelfde groep met het befaamde Orchestre National de Barbes in prestigieuze zalen in Londen, Metz, Nijmegen en de Brusselse AB. In 1999 ontvangt de Krijtkring voor het eerst structurele subsidie van de Vlaamse Gemeenschap als muziek educatieve vereniging.
Brussel 2000 is van wezenlijk belang voor een nieuwe schaalvergroting. Een team van muziekmakers ontwikkelt niet alleen de officiële openingsceremonie op de Brusselse Grote Markt, maar gooit ook hoge ogen met Drum & Brass affaire, waarin 7 internationale formaties uit de alternatieve hafabrawereld meespelen. Aansluitend is Luc Mishalle artistiek coördinator van de noordoostelijke pool van de Zinnekeparade. In het zog van die parade ontstaan de succesvolle ambulante groepen Fanfarrah en Fanfakids.
De periode 2003-2006 staat voor een substantiële verhoging van middelen van de Vlaamse Gemeenschap. De vzw verhuist naar de Bottelarij (tevens het interim huis van de KVS) in Molenbeek. Die verhuis kleurt onze werking: we beginnen o.m. intensief samen te werken met de gnawa musici van Ouled Bambara, en met de Rwandese groep Inyange. Tegelijkertijd worden mega spektakels gerealiseerd voor o.m. Ode Gand en produceren we in Antwerpen Hop Frog fanfare met Bert Bernaerts. Nog in Antwerpen werken we een jaar lang met het Paleis aan de jongerenproductie ‘Gekelderd’. (An De Donder, Koenraad Tinel en Luc Mishalle).
In diezelfde periode ontstaan groepen met een zeer professionele uitstraling: Marockin’ Brass, Saxafabra (i.s.m. jazzlab) en Aywa! (coproductie Zuiderpershuis). We werken en toeren twee keer uitgebreid in Marokko. Ook de Fanfakids trekken naar Marokko én Ghana. In Molenbeek creëren we muziektheater met Moeufs Marinées, een coproductie met de KVS.
In 2007 wint Inyange Beat Orchestra de VGC prijs ‘Gouden Ketje’ voor cultuur en wordt de Krijtkring omgevormd tot MetX. De organisatie groeit snel: meer workshops, meer concerten en een driejarig curatorschap voor Luc Mishalle bij Stadsvisioenen in Mechelen. Het seizoen 2010-11 is een topjaar: wij spelen meer dan 120 concerten met groepen die het resultaat zijn van een intensief educatief proces. Rond die tijd beginnen we ook met zangprojecten: Shanti! Shanti! en VoiXlà!, dat later zal overgaan in Stemagnifique. Groepen als Remork en VelotroniX worden opgestart. Nog recenter speelt Marockin’ Brass met haar project ‘featuring Byron Wallen’ een jazzlabtoer. Daar werd later het 15-koppig superensemble ‘Gone West’ en gelijknamige productie mee gecreëerd.
MetX treedt ook internationaal op het voorplan: tussen 2007 en 2013 bespelen we heel Europa met het European Saxophone Ensemble. Via Marockin’ Brass en later ook met Brassafrik zetten we projecten op in Burkina Faso en Ghana. VelotroniX gaat twee keer naar Kinshasa. We worden veelvuldig geraadpleegd door een brede waaier van zeer diverse organisaties, in binnen- en buitenland.
Het cureren van grote stads- en andere evenementen blijft onverminderd onze aandacht opeisen: MetX systemen en -producties worden daar immers op grote schaal toegepast. Luc Mishalle cureert 3 opeenvolgende jaren het Samhain festival in Neerpelt, Vital Schraenen ontwerpt een stoet in Keerbergen. Naast mega-orkesten in de Zinnekeparade, vullen we de First Night van het Klarafestival in: een compositie van Fabrizio Cassol met MetX groepen en 50 percussionisten uit verschillende gemeenschappen. Voor ‘1000 jaar St Guido’ brengen we 200 musici bijeen om i.s.m. Champ D’Action een theatrale versie van ‘in C’ (Terry Riley) uit te voeren. Een jaar later creëren we op de Gentse Feesten de Oxfamfare: een muzikale boottocht, parades en een mega-afsluiter op het podium van St Jacobs.
We kunnen zonder schroom stellen dat het artistiek niveau hoog ligt, dat de samenwerkingen hecht zijn en dat het team sterk is. De producties zijn origineel en staan op de grote podia en de betere festivals maar ze zijn tegelijkertijd prominent aanwezig op buurtfeesten, sociaal-artistieke manifestaties enz.
In 2016 werden Mâäk en MetX één organisatie. Mâäk heeft natuurlijk een aparte voorgeschiedenis:
Mâäk (oorspronkelijk Mâäk’s Spirit) is opgericht in 1998 onder de artistieke leiding van trompettist Laurent Blondiau als een avant-gardistisch jazzcollectief van vier (Sal La Rocca: contrabas, Hans Van Oosterhout: drum, Jeroen Van Herzeele: saxofoon). Dit kwartet brengt al in 1998 een eerste album ‘Live’ uit, opgenomen tijdens drie concerten in Café Den Turk (Gent) en geproducet door Bertrand Flamang (Directeur Jazz Middelheim en Gent Jazz). Een sextet krijgt vorm in 2001 met Michel Massot, Jean-Yves Evrard, Eric Thielemans, Jeroen Van Herzeele, Otti Van der Werf (in 2006 wordt Otti Van der Werf vervangen door Sébastien Boisseau). Hun album ‘Le Nom du Vent’ komt uit in 2003 en is geïnspireerd door een verblijf van de artiesten in Marokko.
Eveneens in 2003 creëert Mâäk met gnawamusici uit Tanger (M) en in coproductie met Flagey en WBI het album ‘Al Majmaâ’. 2004 wordt het jaar van de poëzie voor Mâäk. Samen met Zuid-Afrikaanse dichters Kgafela Oa Magogodi en Samantha7 wordt het project ‘Stroke’ op poten gezet in Johannesburg. In België werd het project gecoproducet door Vooruit in Gent met als resultaat het album ‘Stroke’ ‘Djekoulou’ is het volgende project waar Mâäk zich op stort tussen 2005 en 2006. Dit is een creatie met Bambarajagers uit Mali (onder artistieke leiding van Sekouba Traoré); Zuiderpershuis te Antwerpen neemt de coproductie van Djekoulou op zich.
Het project ‘Il n’y a pas de Fraises en Hiver’ ontstaat onder artistieke leiding van gitarist Jean-Yves Evrard in 2007-2008 en het album dat hieruit voort vloeit draagt dezelfde naam als het project. In december 2010 trekt Jean-Yves Evrard samen met Laurent Blondiau op trompet, bassist Sébastien Boisseau, lichtman Sam Mary en drummer Jean Chevalier naar Bamako en de bende reist door naar Timboektoe, onderweg spelen ze op allerlei ongebruikelijke plekken en voor een onalledaags publiek, wat heel kenmerkend is voor het collectief Mâäk. Deze reis wordt vastgelegd op video en audio, door respectievelijk Alexandra Afonso en Aline Blondiau. Het resultaat heeft door de drukke agenda van iedereen lang op zich laten wachten, is nu in de maak en komt uit in 2016.
Dankzij projectsubsidies van de Vlaamse Gemeenschap en Wallonie Bruxelles Musique realiseert het collectief deze talrijke en zeer gevarieerde projecten tot 2007, vanaf dat jaar krijgt Mâäk structurele subsidies van de Vlaamse Gemeenschap.
In december 2009 gaan Laurent Blondiau en Guillaume Orti (saxofoon) samen op prospectie in Abomey, Benin. Tegen die tijd is er al wat verschoven in de samenstelling van het collectief en is de vaste kern het kwartet Laurent Blondiau, Guillaume Orti, Jeroen Van Herzeele (saxofoon) en Michel Massot (tuba). Dit neemt niet weg dat er samengewerkt wordt met andere muzikanten die al dan niet ooit deel uitmaakten van deze kern (zie project Jean-Yves Evrard). Continuïteit van de creaties is eveneens kenmerkend voor Mâäk.
In april 2010 gaat het volledige kwartet naar Benin en ontstaat het project ‘Kojo’. De befaamde familie Anagoko en Mâäk toeren in 2011 in België; co-producers zijn Zuiderpershuis en Wallonië Bruxelles Internationale (WBI). Een Afrikaanse tournee is voor 2012 en gaat van Cotonou (Benin) tot Louga (Senegal). Kojo doorkruist vier landen en treedt opnieuw op in zowel echte speelzalen als op publieke plekken.
Het Mâäk Quintet als vaste kern van het collectief krijgt vorm in 2011 wanneer João Lobo, een Portugese drummer, zich bij de bende voegt. Hij speelt zijn eerste keer met Mâäk in juni 2011 als gastmuzikant, maar wordt al snel vast lid van de kern. Er worden veel nieuwe nummers geschreven en uitgevoerd, de ‘free jazz’ wordt iets ingetoomd en de invloeden van alle verschillende reizen zijn duidelijk hoorbaar in al wat geblazen/geslagen wordt.
In 2011 krijgt de creatie ‘Electro Project’ vorm en wordt er een eerste concert gespeeld in Recyclart, Brussel op 5 augustus. Dit project is een ontmoeting tussen volledig geïmproviseerde muziek en volledig geïmproviseerde dans. Elektronica worden gebruikt om de geluiden een andere tint te geven en de magische sfeer wordt nog meer betoverend dankzij de belichting van de getalenteerde Sam Mary. Dit project wordt regelmatig hernomen en telkens wordt het door het publiek zeer positief onthaald. Muzikanten zijn Laurent Blondiau, João Lobo, Nico Roig op basgitaar, Giovanni Di Domenico op fender rhodes en Lynn Cassiers op zang en elektronica. Dansers zijn Yipoon Chiem, Yvan Bertem en Sara Ludi.
Het project MW’Soul ziet het levenslicht in 2012. Mâäk Quintet nodigt Ghalia Benali, de in Europa en Noord-Afrika bekende en gevierde Tunesische zangeres, en Moufadel Adhoum, udspeler uit Tunesië uit. Ghalia schrijft de muziek. Blazers, drums en ud vormen de natuurlijke polsslag van al dit moois. Enkele concerten volgen in mei-juni 2012. Een eerste album komt uit in januari 2016.
Mâäk brengt in oktober 2014 een negende album uit, simpelweg ‘Nine’ (label W.E.R.F.) getiteld, tevens het eerste album van Mâäk Quintet.
2014 is een zeer productief jaar voor Mâäk. In februari vindt de eerste ‘open repetitie’ plaats van MikMâäk, een buitengewone, zeventienkoppige big band. Naast het Quintet spelen nog mee: Claude Tchamitchian (contrabas), Grégoire Tirtiaux en Bo Van der Werf (bariton sax), Pascal Rousseau (tuba), Geoffroy De Masure (trombone), Bart Maris en Jean-Paul Estiévenart (trompet), Yann Lecollaire (clarinet), Pierre Bernard en Quentin Manfroy (dwarsfluit), Fabian Fiorini (piano) en Niels Van Heertum (euphonium). De composities worden door alle muzikanten geschreven, de energie is onaf latend en ieder concert wordt op groot enthousiasme onthaald. Na vijf open repetities in Recyclart, Brussel, is er de première van MikMâäk op Gaume Jazz Festival, gevolgd door een optreden op Jazz Middelheim in augustus 2014. Vanaf september 2014 speelt MikMâäk regelmatig in Théâtre Marni. Deze samenwerking loopt tot eind seizoen 2015-2016.
In juni 2015 trekt MikMâäk naar Brugge om er in het Kunstencentrum De Werf aan de hand van twee optredens live-opnames te maken. Het resultaat is het album ‘MikMâäk’ (label W.E.R.F.), gereleased ter gelegenheid van Belgian Jazz Meeting in september 2015, waar de big band een showcase speelt en heel positieve feedback krijgt van de aanwezige internationale professionals. Verschillende internationale festivals en clubs tonen hun interesse om de big band uit te nodigen.
Februari 2014. Mâäk trekt naar Burkina Faso voor een eerste creatiefase van ‘Kawral’. Een project onder artistieke leiding van Laurent Blondiau en bejubelde choreograaf Salia Sanou en een uitbreiding van het Electro Project. Vijf muzikanten uit Europa (dezelfde line-up als het Electro Project) en vijf dansers uit Ouagadougou (Daouda Zerbo, Mariam Traore, Lucie Ouedraogo, Ibrahim Zongo, Michael Nana) en opnieuw de Franse lichtman Sam Mary werken gedurende 10 dagen aan deze creatie. Een tweede creatiefase is voorzien in november 2015. Een derde volgt in juli 2016 en vanaf begin seizoen 2016-2017 zal Kawral in verschillende zalen en op festivals worden vertoond. Théâtre 140 en Charleroi Danses zijn alvast co-producers.
De reizen die Laurent Blondiau in West-Afrika maakt, tonen aan dat blaasinstrumentspelers in Burkina Faso slecht geschoold en niet georganiseerd zijn, dat de instrumenten in een slechte staat verkeren en dat er niet echt van blazerssecties kan gesproken worden. Dat is genoeg stimulans voor Laurent Blondiau en saxofonist Toine Thys om de handen uit de mouwen te steken en een school op te richten voor blazers in Ouagadougou: ‘Ecole de Ventistes’. Dit project start al in 2013 en in 2014 beslist WBI het te ondersteunen tot eind 2017, mogelijk tot eind 2020. Er wordt een fanfare opgeleid, genaamd ‘Les Ventistes du Faso’ en er gaat een instrumentenhersteller mee om daar iemand op te leiden die dan zelf aan instrumenten kan werken. Les Ventistes du Faso nemen in 2014 deel aan Récréatrales, een tweejaarlijks festival in Ouagadougou.
In 2015 wint Laurent Blondiau de SABAM Jazz Award voor ‘gevestigde waarde’ tijdens de Belgian Jazz Meeting, waar MikMâäk een showcase speelt.
Vrijheid van muziek en improvisatie kenmerken Mâäk sinds het ontstaan en staan steeds centraal in de gevarieerde projecten die het collectief ontwikkelt. Langetermijnvisie is net zoals de vrijheid in muziek typerend voor de creaties van Mâäk. Het collectief zet steeds langdurige projecten op touw,wat de coherentie en de voortdurende kwaliteitsverbetering garandeert.
Zeer typisch voor Mâäk is dat de muzikanten, naast de gebruikelijke zalen en podia, heel graag in onconventionele plaatsen (in een wassalon, een boekenwinkel, een slagerij, een kapsalon, een garage, op straat…) optreden voor een niet alledaags publiek (toevallige passanten, inwoners van minder bedeelde buurten, …). Dit sociale luik is voor Mâäk heel belangrijk en is tegelijk wat dit collectief uniek en onmisbaar maakt in de ‘jazz scene’.